Marshalls
Net als in de echte autoracerij zijn bij het slotracen de marshalls onmisbaar. Voor de totale autosport-analfabeet: marshalls zijn de mensen die langs de kant van het circuit met vlaggen de coureurs waarschuwen voor onheil of snellere deelnemers. Na een ongeluk verwijderen ze de auto’s (of wat daarvan over is) van het circuit, zodat de race op een veilige manier kan worden voortgezet. Een vaak onderschatte taak, maar zonder deze moedige mannen en vrouwen zou (veilige) autosport bijna onmogelijk zijn. Bij het slotracen is de taak van de marshall wat eenvoudiger, maar kan hij evenmin gemist worden.
Langs de baan van SlipStream zijn zes plaatsen waar tijdens de race een marshall hoort te staan. Bij een personeelstekort worden de plaatsen voor en na het pitcomplex nog wel eens onbezet gelaten, er vliegen daar relatief weinig auto’s uit de baan en de rijders kunnen er zelf vrij gemakkelijk bij. Maar op de andere vier posities kun je het als marshall flink druk hebben. Vanzelfsprekend denken onze top-rijders dat ze een onberispelijke rijstijl hebben, maar ik heb het meegemaakt dat er in de eerste scherpe bocht meteen drie auto’s op hun dak lagen. Geheel zonder risico is het beroep van marshall overigens ook niet. Jeugdige rijders willen tijdens de Techno Challenge nogal eens volgas op de hairpin afstuiven, waarna hun bolide met een sierlijk boogje richting marshall vliegt.
Vanzelfsprekend doe je het als marshall in de ogen van de rijders nooit goed, doch na een aantal wedstrijden krijg je vanzelf eelt op je oren en hoor je hun fanatieke protesten niet meer. Maar in het heetst van de strijd kan het af en toe verbaal flink tekeergaan. De scheldende rijder vergeet dan steevast twee belangrijke punten. Ten eerste is het meestal is zijn eigen schuld dat hij uit de baan vliegt, hoewel er coureurs zijn die niet te beroerd zijn om een ander een zetje te geven. En ten tweede vergeten de heren dat ze zelf ook niet altijd even snel zijn met inzetten. Mijn motto was dus al snel: rustig laten schreeuwen.

Als er meerdere voertuigen bij een crash betrokken zijn wordt er meestal gebruld: “Die rooie eerst” of “Die blauwe eerst!”. Deze kleuren slaan op de betrokken auto’s, niet op de haarkleur van de coureur of het alcoholpercentage in zijn bloed. Veroorzaakt een auto namelijk een ongeluk waardoor een ander ook uit de baan vliegt, dan is het de bedoeling dat het onschuldig slachtoffer als eerste weer in op het juiste spoor wordt gebracht en daarna pas de dader. De hilariteit is natuurlijk het grootst als er drie rode wagens bij een crash betrokken zijn. Zie daar als marshall maar eens uit te komen!
Ook “Verkeerde baan!” is een veelgehoorde kreet. De ongelukkige coureur ziet zijn auto opeens in een ander spoor rondrijden en is de controle dus volledig kwijt. Het kan een fout zijn van de marshall, die in zijn ijver spoor 4 voor spoor 3 aanziet, al komt het ook met grote regelmaat voor dat een auto uit het ene spoor crasht en op eigen initiatief de race voortzet in een belendende baan. Vaak met nare gevolgen voor deze ‘spookauto’. De coureur wiens auto reglementair in dat spoor rijdt, ziet natuurlijk niet dat hij opeens twee auto’s bestuurt en geeft op het rechte eind met een voldaan gevoel vol gas. Helaas komt de ‘vreemde’ auto in zijn spoor op dat moment natuurlijk net bij een scherpe bocht aan en kan er weer een marshall aan het werk. De ware artiesten onder de crashers slagen er soms in om na een driedubbele salto weer keurig in hun eigen spoor te belanden. Het is mij één keer gelukt en ik moet bekennen dat het een zeer indrukwekkende ervaring was.
Natuurlijk wordt er als marshall van je verwacht dat je oplettend blijft en je werk zo snel mogelijk uitvoert. Maar marshalls blijven mensen en mensen maken fouten. Onlangs wist een coureur zijn auto precies tussen twee marshall-posten in buiten de baan te zetten. Zijn fout was dat hij het zo stilletjes deed dat niemand het in de gaten had. De meeste crashes gaan met wat nogal wat kabaal gepaard, maar dit was meer een sluip-crash. Gefrustreerd moest onze brokkenpiloot toezien hoe zijn wagen een volle ronde langs de vangrails geparkeerd bleef staan. Van ontsteltenis vergat hij ook nog om de marshalls tot de orde te roepen.
De gemiddelde race bij Slipstream duurt maar hooguit 21 minuten, dus is het niet zo’n opgave om gedurende die periode alert te blijven. Het wordt natuurlijk een heel ander verhaal als je meedoet aan een 24-uurs race, zoals we die in 2017 bij SlipStream hebben georganiseerd. De eerste uren vallen nog mee, maar als je al 22 uur in de weer bent valt het niet mee om je ogen open te houden. Er wordt natuurlijk tijdens zo’n lange race wat minder op het scherpst van de snede gereden en in bepaalde bochten vliegt niemand er meer uit, maar dat is natuurlijk geen excuus om als marshall op je gemak een dutje te gaan zitten doen. Maar het is wel een komisch gezicht voor de rest van het gezelschap en dat maakt een hoop goed.
Gezien het fanatisme van sommige rijders zou je verwachten dat er na de wedstrijd kleine oorlogjes tussen gedupeerde rijders en de (in hun ogen) schuldige marshall zouden uitbreken, maar dat valt bij SlipStream reuze mee. Wellicht even een kwade blik of een norse opmerking, maar dan klaart de lucht al snel weer op en wordt er aan de bar hartelijk om het voorval gelachen. En zo hoort het ook.